In een paar jaar tijd veranderde er veel in het leven van de 25-jarige Simone Maas. Ze trouwde, raakte in verwachting van een zoontje en kreeg niet lang daarna haar tweede kindje. Ze omschrijft die tijd als ‘terechtkomen in een achtbaan van allerlei gevoelens’. Ook de herinneringen aan een moeilijke periode in haar jeugd begonnen op te spelen. Dit uitte zich in een depressie. “Er waren momenten dat ik dacht: wat heeft het leven nog voor zin? Wat is het doel? Wat is belangrijk?”
“Na de geboorte van ons eerste kindje had ik niet veel zin om dingen te ondernemen. Ik had weinig fut, ook omdat ik kort daarna opnieuw zwanger was. Er was altijd wel een uitvlucht om thuis te blijven en niets te ondernemen. Het slaapje van de één of een voeding van de ander. Ik móést mijn bed uit, omdat de kinderen wakker werden, gevoed en aangekleed moesten worden. Ik hield mijn huishouden draaiende voor hen, maar als ik ze niet had gehad, was ik wel in mijn bed blijven liggen.”
“Ik was lichamelijk heel moe en psychisch heel vlak. Ik werd geleefd en had geen emoties. Naar mijn idee was ik voor mijn kinderen geen gewone moeder. We gingen niet lekker even naar buiten, naar de speeltuin of de kinderboerderij. Het kwam wel in me op, maar ik voerde het niet uit. Het was het makkelijkste om gewoon thuis te blijven. In mijn beleving duurde het elke dag weer zo lang tot mijn man thuiskwam. Ik moest heel die lange dag nog door voor we weer samen waren. Mijn man zag dat ik anders was dan anders, veel lustelozer. Hij miste mijn humor. Hij gaf aan: “Je bent jezelf niet, het gaat niet goed.”
Geen steun
Simone omschrijft voorzichtig welke rol haar geloof in die periode speelde. “Het was heel dubbel. Aan de ene kant had ik er weinig gevoel bij. Alsof het geloof geen ruimte kreeg om tot steun te zijn. Het was moeilijk om erbij te komen. Aan de andere kant herkende ik in de Psalmen mijn waaromvragen. Ik zag daarin dat het niet alleen mijn probleem was, maar dat veel meer mensen hiermee hebben geworsteld. En dat de Heere ook verlossing schenkt.”
“Steeds vaker en overheersender kwamen herinneringen aan een moeilijke periode in mijn jeugd terug. Dat vertelde ik aan mijn zusje en mijn vriendin. Hun reactie was: 'Het is niet goed dat je dat nog zo sterk hebt en dat je je zo somber voelt.' Zij raadden me aan om hulp te zoeken. Dat was het moment waarop ik dacht: ze hebben gelijk, ik moet hier wat aan doen. De huisarts verwees me door naar een psycholoog.”
Eierschaal
“Ik kwam bij De Vluchtheuvel terecht. Bijna twee jaar lang heb ik elke twee of drie weken een gesprek gehad. Heel de moeilijke periode uit mijn jeugd moest ik door. We bespraken wat het met me gedaan heeft, hoe het me gevormd heeft tot wie ik ben. Soms kreeg ik de opdracht om beelden op te schrijven of een bepaald onderwerp met mijn man te bespreken. Heel praktisch heb ik geleerd om met mijn angsten om te gaan en om over de depressieve gevoelens heen te kijken. De psycholoog gaf me steeds een zetje om het zelf weer te kunnen. Twee jaar leefde ik als het ware in een ei. Sinds een half jaar voelt het alsof de eierschaal iets openbreekt en dat er steeds meer licht komt.”
“In januari heb ik mijn laatste gesprek bij De Vluchtheuvel gehad. Niet dat mijn depressie nu echt helemaal over is, ik ben af en toe nog heel somber gestemd. In het begin was ik bang dat het weer terug zou komen. Maar ik merk dat ik er nu beter mee om kan gaan. De ‘ups’ en ‘downs’ zullen blijven. Ik denk dat ik de klachten eerder zou herkennen en aan de bel zou trekken. Ik voelde me zo naar en rot, ik wil niet meer dat het zover komt.”
Simone Maas heet in werkelijkheid anders.