• Home
  • Een kijkje achter de voordeur

Een kijkje achter de voordeur

Al dagen zie ik hem met spullen slepen. Iedere keer laadt hij het karretje achter zijn fiets vol en vertrekt hij. Er lijkt geen eind te komen aan de stroom van spullen die hij uit zijn huis haalt. Als ik hem spreek, vraag ik of het lukt met de verhuizing. Hij geeft aan dat het aardig lukt, maar dat het wel krap wordt om al zijn spullen voor de verhuisdatum in het nieuwe huis te krijgen. „Ik heb aardig wat spullen en ik kan niet zo gemakkelijk afstand doen van dingen”, geeft hij aan. Ik bied aan om met de auto een keer spullen naar zijn nieuwe huis te brengen. Hij belooft dat hij voor het weekend nog even zal aanbellen, zodat we zaterdag iets voor hem kunnen betekenen. Maar hij belt deze week niet aan.

We laten niet zo gemakkelijk iemand achter onze voordeur kijken. We zien elkaar, we spreken elkaar. Maar weten we wat er bij de ander achter de voordeur schuilt? Weten we ook echt wat anderen bezighoudt? Wat iemand nodig heeft, wat zegeningen zijn of waar mensen juist mee worstelen? Of vinden we het moeilijk om open te zijn?

Sinds de jaren 60 en 70 waren we uit op meer individuele rechten. We wilden meer onze eigen verlangens kunnen volgen. Willen we nu misschien te veel alles zelf kunnen doen?

Met iemand je zorgen delen kan zo helpend zijn. Gewoon een medemens die naar je luistert, met je meedenkt. We denken vaak dat we dan de ander met onze zorg belasten. Maar die helpende vriendin of dat luisterende familielid vindt het helemaal niet erg om naar je te luisteren. Die ander ervaart dit niet als een belasting, terwijl we dat zelf wel denken. Voor jezelf kan het zo’n opluchting zijn als je kunt delen wat er in je leeft. Gewoon zeggen wat je op je hart hebt. Waar je blij van wordt, waar je je zorgen over maakt of wat je moeilijk vindt. Een luisterend oor vinden is fijn. Een luisterend oor bieden doet goed.

Zaken met anderen delen is niet gemakkelijk en hulp vragen vinden veel mensen echt moeilijk. „Help” zeggen we niet zo snel. In het boek ”de jongen, de mol, de vos en het paard” vraagt de jongen: „Wat is het moedigste wat je ooit hebt gezegd?” „Help”, antwoordde het paard. Om hulp vragen omdat je het even niet meer ziet zitten of je onzeker voelt. Om hulp vragen als je voelt dat je eigenlijk niet meer verder kunt. Dat is voor veel mensen lastig. Waarom vinden we dat zo moeilijk?
We zijn vaak bezig met de vraag wat een ander van ons denkt. Ons hoofd draait op volle toeren om alle ballen in de lucht te houden. Vanbinnen voel je een ”nee”, maar tegen de buitenwereld zeggen we ”ja”. We denken niet aan opgeven. Je wilt niet dat anderen je een aansteller of een loser vinden. Je kunt het als een afgang beleven om hulp te moeten vragen. Je vindt dat je het zelf moet kunnen. Misschien heb je al een paar keer je neus gestoten. En als je om steun vraagt, moet je je wel kwetsbaar durven opstellen.

Toch kan het echt nodig zijn om hulp te vragen. ”Help” is een van de moeilijkste woorden, maar ook een van de krachtigste woorden. Want juist als we om hulp vragen, kan er hulp geboden worden. De voordeur op een kiertje zetten kan al verschil maken.
Soms is er meer nodig dan een luisterend oor. Als onze buurman zijn voordeur op een kiertje had gezet, was ik erachter gekomen dat ik hem niet kon helpen. Ik had hem dan in ieder geval op hulp kunnen wijzen. Wat ging er, letterlijk, veel schuil achter zijn voordeur! Na al die ritjes met spullen in zijn karretje was in zijn huis nog niet te zien dat er spullen weg waren. Er waren nog meer dan duizend verhuisdozen nodig om zijn huis leeg te halen. Hier was meer hulp nodig dan een luisterende buurvrouw.

Hennie Zwanenburg-Groenendijk
preventiemedewerker bij Stichting De Vluchtheuvel.


©DeVluchhteuvel

Blijf op de hoogte

Ontvang onze nieuwsbrief. Zie onze privacyverklaring.

Contact

Stationsplein 21
4461 HP Goes
0113 - 21 30 98
06 - 46 50 54 07 (alleen Whatsapp!)
info@stichtingdevluchtheuvel.nl

Vluchtheuvel social

© 2024 Stichting De Vluchtheuvel  - Website realisatie door Vanderperk Groep