"Ik ben een vrouw van ongeveer veertig jaar en heb enkele kinderen. Ik ben sinds kort gescheiden, na veel problemen in mijn huwelijk. Mijn ex-man kon zich gewelddadig opstellen in ons gezin. Soms sloeg hij mij en de kinderen. Toen de zaak escaleerde, is hij gearresteerd. Hij heeft van de rechter een straatverbod gekregen en mag niet in onze straat komen. Kunt u iets schrijven over huiselijk geweld?"
Bijna dagelijks kunnen we in de krant lezen over geweldszaken en ook over huiselijk geweld. Uit diverse onderzoeken blijkt dat in Nederland jaarlijks 50 kinderen en 40 tot 80 vrouwen sterven aan de gevolgen van huiselijk geweld. Per jaar worden in Nederland 80.000 vrouwen slachtoffer van ernstig huiselijk geweld. En 100.000 kinderen zijn hier jaarlijks getuigen van. Van deze kinderen lopen 40.000 het risico op ernstige (gedrags)problemen. Als je deze aantallen op je laat inwerken, moet je ervan rillen. Wat gaat er een leed schuil achter deze kille cijfers. Zeker als je beseft dat het om cijfers gaat van gevallen van huiselijk geweld die bekend zijn geworden. Dat de aantallen in werkelijkheid hoger liggen, komt doordat maar een op de zes slachtoffers in Nederland aangifte bij de politie durven te doen.
Helaas gaat (ernstig) huiselijk geweld ook de deuren van onze kerkelijke gezinnen niet voorbij. Als hulpverleners worden wij ermee geconfronteerd dat echtparen onder elkaar fysiek geweld gebruiken, ook in het bijzijn van de (kleine) kinderen. Of dat kinderen fysiek geweld tegen hun ouders gebruiken. De ervaring leert dat het huiselijke geweld al veel langer gaande was, voordat de stap naar de hulpverlening genomen werd.
In de hulpverlening probeer je helder te krijgen hoe het zover heeft kunnen komen dat er sprake is van huiselijk geweld, wat zeker ook voor de (kleinere) kinderen een onveilige situatie met zich meebrengt. Moet u zich voorstellen: een vader die, in het bijzijn van de kinderen, zijn eigen vrouw bont en blauw slaat. Een moeder die op sommige momenten de boel thuis kort en klein slaat. Ouders die uit wanhoop al schreeuwend dreigen weg te lopen of dreigen een eind aan hun leven te maken. Als hulpverlener maak ik me zorgen om deze echtparen, maar mijn zorgen om de kinderen zijn nog veel groter. Zij groeien in grote onveiligheid op en krijgen van hun ouders het verkeerde voorbeeld mee.
Als echtparen hulp gevraagd hebben, is de eerste vraag altijd of de veiligheid gegarandeerd is, zowel voor het echtpaar als voor de kinderen. Er moeten heldere afspraken gemaakt worden en maatregelen genomen worden die ervoor zorgen dat het geweld niet opnieuw kan oplaaien. Als er goede afspraken gemaakt kunnen worden, wordt bekeken welke behandeling gestart kan worden. Vaak is een onderzoek binnen de geestelijke gezondheidszorg (bijvoorbeeld Eleos) nodig, om te bezien of er bij de dader sprake is van een persoonlijkheidsstoornis. Als dat het geval is, is behandeling binnen de geestelijke gezondheidszorg van belang. Individueel, binnen de relatie en als systeem. Duidelijk moet zijn dat het huiselijk geweld moet stoppen!
Lukt dit niet, en zijn er ook kinderen die gevaar lopen, dan adviseren wij de politie in te schakelen en komt er mogelijk een melding bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling. Dat houdt in dat er geen vrijwillige hulpverlening meer mogelijk is en de dader met zijn gezin gedwongen therapie moet gaan volgen, in het belang van de veiligheid van de kinderen.
Het is geen eenvoudige stap om naar buiten te treden als er sprake is van huiselijk geweld. Toch is het wel belangrijk, omdat aan huiselijk geweld hoe dan ook een eind moet komen. Hoe eerder je aan de bel trekt bij de hulpverlening of bij de politie, des te beter. Daar is moed voor nodig, maar wacht niet. In uw eigen belang en in het belang van anderen.
Wie meer wilt lezen over dit onderwerp adviseer ik het boek Wat huiselijk geweld met je doet (door Roel Timmerman; Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer) aan te schaffen.
Dit artikel is geschreven door Joke Zwerus, maatschappelijk werker, en verscheen eerder in Terdege.