'Een depressie trekt diepe sporen. Alles is somber en donkergekleurd. Het kleurt ook heel je geloofsleven.' Dhr. G. van Veldhuisen, pastoraal werker binnen de Gereformeerde Gemeenten, spreekt vrijwel dagelijks mensen die dit zelf ondervinden. 'Mijn grootste drijfveer is om heen te wijzen naar Christus, Die in alles verzocht is geweest. Hij kan volmaakt meelijden.'
Dat de mensen die hij bezoekt dit niet altijd zien, weet dhr. Van Veldhuisen als geen ander. Op verzoek van kerkenraden in de classes Goes, Tholen en Middelburg bezoekt hij psychisch zieken die (langdurig) ziek of opgenomen zijn, op dit moment rond de veertig mensen. Hij heeft ongeveer eens per vier weken contact met hen of brengt hen een bezoek. De grootste helft van deze mensen kampt met depressieve klachten.
Lijn naar Boven
Dhr. Van Veldhuisen vertelt dat iemand met depressieve klachten het moeilijk kan vinden om over de Heere Jezus te praten. 'Ik vertrouw Hem niet,' zegt een vrouw. Of: 'Mijn nood is groter dan de Helper.' Een ander zegt: 'Je hoeft niet voor mij te bidden.' Men heeft genoeg aan zichzelf, kruipt in zijn schulp. De lijn naar Boven lijkt weg te zijn. Het is altijd zoeken en aftasten wat op dat moment gepast is om te zeggen. Het is zo makkelijk om met allerlei teksten aan te komen, maar het is veel belangrijker om te laten weten: 'Ik probeer te luisteren en naast je te staan.' Het gaat erom dat we er in alle bescheidenheid steeds weer zÌjn.
Door de depressie kan het hoofd zo vol zitten, dat er haast niks meer bij kan. Concentreren is moeilijk. Toch probeer ik altijd iets uit Gods Woord achter te laten, al is het maar een zin. Bijvoorbeeld: 'd' Ogen houdt mijn stil gemoed, opwaarts om op God te letten.' Als je geen woorden hebt - als je zelfs niet meer kunt zuchten - is het genoeg om je ogen op te heffen. De Heere weet volmaakt wat er in je omgaat.
Omzien
In de gesprekken put ik ook bijvoorbeeld uit de (berijmde) Psalmen 13, 42, 43 of 73, Jesaja , de Evangeliën met de wonderen waarin we de almacht van God zien of Openbaringen. Ik probeer mensen te laten beseffen dat er voor hen al heel veel mensen zijn geweest, die in diepe nood zaten. In de Psalmen zien we dat zij ook verlossing hebben gekregen. De Heere heeft naar hen omgezien.
Menselijkerwijs gesproken genezen de mensen die ik bezoek niet altijd meer. Het is mijn grootste vreugde als mensen weer wat licht zien. Iemand zei pas tegen me: 'Schoon ik arm ben en ellendig, denkt God aan mij bestendig.' Als je dat hoort, springt je hart op van vreugde. Dan weet ik weer: ook al zijn er moeilijke omstandigheden, de Heere zorgt er wel voor.