Zoeken op de vuilnisbelt

Roland over zijn seksverslaving


Roland (26) zocht als jongere antwoord op zijn vragen over seksualiteit. Dat begon voorzichtig in het woordenboek. Later kwam er internet bij. Hij vergelijkt het met zoeken op de vuilnisbelt. “Je vindt er misschien een paar waardevolle spullen, maar het meeste is echt bagger.” Roland werd er sterk in meegezogen. Tot hij tot de schokkende ontdekking kwam dat hij misschien seksverslaafd is.

Roland Cornelisse, een gewone naam die hoort bij een gewone jongen. Opgegroeid in een gezin dat behoort tot de Gereformeerde Gemeenten. Hij bezocht het reformatorische basis- en voortgezet onderwijs, volgde een beroepsopleiding en werkt nu binnen een reformatorische instelling. Hij zou je collega kunnen zijn. Maar achter dat gewone schuilt een heel verhaal.

Roland kreeg als kind weinig waardering voor wat hij deed. “Complimenten werden thuis mondjesmaat gegeven. Ik kreeg meestal kritiek. Deze manier van opvoeden vormt je zelfbeeld. Mijn zelfbeeld is laag, bij momenten zelfs onder het nulpunt. Gaandeweg heb ik veel onzekerheid opgebouwd en kreeg ik het idee dat ik altijd faal en overal mislukt in ben.”

“In groep 8 hoorde ik een keer het woord ‘seks’ vallen. Ik heb thuis uitleg gevraagd, maar ik heb nooit antwoord gekregen. Ook in de jaren daarvoor hebben mijn ouders nooit met mij gesproken over de ontwikkeling van het lichaam. Toen ik bijvoorbeeld mijn eerste zaadlozing kreeg, dacht ik: help, wat overkomt me nu? Ik ging zelf op zoek naar antwoorden.”

Woordenboek
“Ik zocht termen op in het woordenboek, maar de vragen bleven leven. In de biologielessen kreeg ik wat antwoorden. Je vangt eens iets op tijdens gesprekken. Ik probeerde dingen logisch te overdenken, maar er ontstonden hele kromme ideeën bij.” Roland omschrijft zijn zoektocht dan nog als “een normale zoektocht zoals andere jongeren, maar wel in eenzaamheid. Als je geen gesprek hebt, heb je ook geen sturing.”

Als Roland na het voortgezet onderwijs met de trein naar zijn hbo-opleiding reist, loopt hij in de stationskiosk langs de tijdschriften. Op één van de pornotijdschriften staat een internetadres, dat in zijn geheugen wordt gegrift. Hij bezoekt de website. “De plaatjes hakten erin. Vanaf toen werd het bewust zoeken naar beelden langzamerhand meer. Op een gegeven moment bekeek ik een filmpje. Die bewegende beelden zijn nog veel intenser dan plaatjes. Ik kan me nog herinneren dat een filmpje me zo prikkelde dat er een zaadlozing kwam. Ik vergrendelde de computer en ging naar het toilet om me op te knappen. Op het moment dat dat gebeurt, schaam je je zo gigantisch.”

Patroon
Het bekijken van porno werd een wekelijks terugkerend patroon. “Als ik voor gewone schoolopdrachten op zoek moest naar informatie die heel legitiem was, linkte ik verder door en kwam ik in de prut. In het computerlokaal, in de mediatheek of op computers op de gang zocht ik slinks en sluw mijn plekje op. Ik keek om me heen om te zien of er geen camera hing. Ik was heel bang dat ze me zouden betrappen en bouwde een netwerk van smoesjes op.”

Als Roland werk vindt, gaat hij weer thuis wonen. “Daar was alleen gefilterd internet, maar ik gebruikte de plaatjes om bij te fantaseren. Zelfs bij een normale zoekopdracht op Google zochten mijn ogen voeding voor mijn verslaving. In die tijd kwam er ook zelfbevrediging bij. Eerst wekelijks, later meerdere keren per week. Het was mijn manier om weg te vluchten voor de pijn van de eenzaamheid, het geloof dat ik er niet mocht zijn, dat ik mislukt was.”

Schok
Het moment waarop Roland zich realiseert dat hij verslaafd is, komt vrij onverwachts. “In 2010 verscheen er in het RD een artikelenserie over de verslavende kracht van seksualiteit. Ik zat gewoon aan tafel de krant te lezen en ik dacht: verdraaid, zie ik daar iets wat mij aangaat? Ik heb nonchalant doorgebladerd, maar boven op mijn kamer zocht ik het artikel op internet op. In één van de andere artikelen uit de reeks vond ik de website benikseksverslaafd.nl. Daar heb ik een anonieme test ingevuld. De uitkomst was behoorlijk schokkend.”

“Tot op dat moment had ik niet het idee dat ik een hulpverlener nodig had. Het waarschuwende gevoel dat er iets niet in orde was, heb ik altijd onder de mat geveegd. Natuurlijk waren er in mijn ogen altijd mensen bij wie het erger was, ik was geen probleemgeval. De hulpverlening was nog tien stappen te ver. Ik heb een ouder echtpaar waar ik goede gesprekken mee kon voeren, verteld over mijn ontdekking. Zij hebben het direct serieus opgepakt.”

Breken
“Via hen volgde ik een lezing. Ik las een aantal boeken, waarin ik veel herkende. Ik dacht dat ik het zelf kon oplossen en deed twee maanden niet aan zelfbevrediging. Toen ging ik keihard onderuit. Daarna heb ik het weer zes weken volgehouden, maar ik moest erkennen dat ik er niet alleen tegen kon vechten. Ik heb hulp gezocht. Eerst bij een maatschappelijk werker van De Vluchtheuvel om te werken aan mijn zelfbeeld. In het najaar van 2011 ben ik naar de mannengroep gegaan, om definitief te breken met mijn seksverslaving.”

“Nergens meer naar kijken was de afspraak in de mannengroep. Dat is toen bijna gelukt. Ik heb er geleerd: ‘Je valt nu wel, maar sta maar weer op en probeer het opnieuw.’ Sommige dingen zijn mijn ‘dode hoek’, zoals de tijdschriften in een tankstation. Op zwakke momenten moet je je realiseren dat er beelden zijn waarbij je kiest: nee, daar ga ik aan voorbij. Als ik terugkijk op de mannengroep is het alsof ik toen van die vuilnisbelt afgekomen ben. Alsof ik uit mijn sombere hol weer in het licht ben gekomen. Wat een rijkdom om zonder verslaving te leven!”

Roland Cornelisse heet in werkelijkheid anders.

Blijf op de hoogte

Ontvang onze nieuwsbrief. Zie onze privacyverklaring.

Contact

Stationsplein 21
4461 HP Goes
0113 - 21 30 98
06 - 46 50 54 07 (alleen Whatsapp!)
info@stichtingdevluchtheuvel.nl

Vluchtheuvel social

© 2024 Stichting De Vluchtheuvel  - Website realisatie door Vanderperk Groep