- Home
- singles in de kerk
Zijn singles de Handen Van De Kerk?
Aan huwelijk en gezin wordt aandacht besteed tijdens de preek en het open bare gebed. Voor stelletjes met trouw plannen en echtparen is er huwelijk stoerusting. Ouders kunnen zich inschrijven voor een opvoedcursus. Maar waar zijn de singles? Wat is hun plaats in de christelijke gemeente?
Een kwartet vrouwelijke singles – allemaal actief binnen de landelijke werkgroep Singles in de kerk van de Gereformeerde Gemeenten – wil hierover wel iets delen. Inderdaad draait het in de kerk vaak om gezinnen, constateren ze. „Maar dat is ook logisch,” vindt Jorike Wiegman. „Er zijn nu eenmaal meer gezinnen dan singles. Dan gaat er automatisch meer aandacht naar gezinnen dan naar mensen die alleen zijn.”
Die laatste formulering – „mensen die alleen zijn” – kiest ze welbewust. „Dat geldt niet alleen singles.” Marianne, verduidelijkend: „Ik geef leiding bij de JV en dan zie je dat ook jongeren veel tijd en aan dacht nodig hebben.”
NIET ZIELIG
Toch is er enkele jaren geleden een werkgroep voor singles opgericht. Het doel: singles toerusten om op hun eigen, authentieke manier hun plaats in te nemen in de kerk. Marian Ruitenburg, lid van de werkgroep: „Het gaat erom dat je mag zijn wie je bent.” Met andere woorden: ieder heeft zijn eigen talenten en kwaliteiten. De vier vrouwen zien singles dan ook niet als een speciaal groepje binnen de kerk. Ze voelen zich al helemáál niet zielig. Toen Marianne van der Hoek gevraagd werd om deel te nemen aan deze werkgroep, stelde ze een voorwaarde. „Ik wilde er het gezicht van zijn dat singles níét zielig zijn. Integendeel, ik denk juist dat we een belangrijke en waardevolle taak hebben.” Die gedachte draagt ze graag en met verve uit: single-zijn geeft juist andere mogelijkheden om actief te zijn in de kerk dan mensen met een gezin. Al benadrukken ze dat het een hardnekkig misverstand is dat singles meer tijd en mogelijkheden zouden hebben om te kunnen. Natuurlijk verschilt hun eenpersoonshuishouden met dat van een – groot – gezin. Maar ze zijn wel in hun eentje verantwoordelijk voor alles wat nodig is om hun huishouden te runnen. En dat naast een vaak volle werkweek
BIJDRAGEN AAN IDENTITEITSVORMING
Mooi is het als je mag zien dat dit werk vrucht draagt. Marianne ervaart de dag waarop jongeren openbare geloofsbelijdenis afleggen als een ‘oogst dag’. „Je ziet de jongeren vanaf hun zestiende – als ze naar de JV komen – ontwikkelen. Je spreekt ze op JV-avonden en tijdens de maaltijden bij mij thuis. Daarvoor nodig ik ze dan uit.” Ze vindt het bijzonder om er getuige van te zijn als diezelfde jongeren belijdenis doen. Enthousiast: „Dan denk ik: wat is dit prachtig! Dit zijn de toekomstige ouderlingen, diakenen, moeders in de gezinnen. Zij mogen nu ‘ja’ zeggen tegen de God van de kerk. Daar heb ik dan aan mogen bijdragen.”
GELIJKWAARDIG
Ze zetten zich graag in. Maar zijn ze daarmee ook de handen van de kerk? Lizette van der Spek vindt dat te veel eer voor hun inzet. „Ik ben juf bij de zon dagsschool. Maar wat ik daar doe, doe ik samen met moeders. Het is dus niet per se gebonden aan het single zijn.” Unaniem vind de vrouwen dat wat zij in en voor de kerk doen niet zo veel te maken heeft met het feit dat ze geen partner hebben. Je bent niet in de eerste plaats getrouwd of ongetrouwd, vinden ze. Eensgezind vinden ze het belangrijk om dat door te geven. Lizette verwoordt het trefzeker: „Ik denk dat het goed is om te benoemen dat getrouwd-zijn en niet-getrouwd-zijn gelijkwaardig zijn aan elkaar. Het lijkt me heel belangrijk om ook de positieve kanten van het single zijn te laten zien.” Toch vraagt Marianne zich af of haar gespreks partners niet te bescheiden zijn. „Jullie doen toch prachtig werk? Dat mag en moet gewaardeerd wor den. Door anderen, maar ook door jezelf.” Ze is niet op zoek naar erkenning. „Maar als er waardering is voor je inzet, is dat een teken dat je bijdrage aan de kerk gezien wordt. Of je nu ge trouwd bent of niet.”
NABIJHEID ORGANISEREN
Marian Ruitenberg uit Utrecht is bestuurder van Stichting de Vluchtheuvel. Ook is ze lid van de Raad van Toezicht van RefSVO en Berseba. Daar naast is ze secretaris van ondernemersvereniging VRCL en van Stichting Amalia Staete.
Marianne van der Hoek uit Dordrecht is docent en supervisor bij de opleiding Social Work CHE Ede. Bij het CGO doceert ze communicatieve vakken aan pastoraal werkers in opleiding.
Lizette van der Spek uit Moerkapelle en is apothekersassistente in een ziekenhuis.
Jorike Wiegman uit Gouda werkt als secretaresse op het Bureau voor Kerkelijke Dienst verlening van de gereformeerde gemeenten.

MARIAN RUITENBERG
„Als je als single je ouders verliest, ben je echt je ouderlijke huis kwijt”

MARIANNE VAN DER HOEK
„Nabijheid moet je zelf organiseren.”

LIZETTE VAN DER SPEK
„Getrouwd-zijn en niet-getrouwd-zijn zijn gelijkwaardig aan elkaar.”

JORIKE WIEGMAN
„Er zijn nu eenmaal meer gezinnen dan singles. Dan is het logisch dat daar meer aandacht naartoe gaat.”
Als er voorbede wordt gedaan in de kerk, staan singles vaak in het rijtje van rouwenden en eenza men. Dat ervaren ze als minder aangenaam. Liever zouden ze gecombineerd worden met gezinnen. De vraag is ook of er wel genoeg oog is voor de dingen waar singles tegenaan lopen. In huwelijken en gezinnen kan het leven ingewikkeld zijn, maar ook singles kennen hun eigen ingewikkeldheden. Ze hebben bijvoorbeeld de vrijheid om te kunnen gaan en staan waar ze willen, maar de keerzijde is dat ze overal alleen op af te moeten. „Het klinkt misschien als een compliment, als gezegd wordt dat je als single zo zelfstandig bent. Maar je moet wel. Wie doet het anders?” Marianne: „Voor mij is single-zijn geen heftig issue meer, behalve als het spannend wordt. Als ik me kwetsbaar voel, heb ik nabijheid nodig. Maar die nabijheid moet ik dan zelf organiseren.”
CONTACTEN
Als je een gezin hebt, ontstaan contacten meestal spontaan, rond kinderen. Voor een single vergt het opbouwen en onderhouden van sociale contacte bewuste investering. Het is wel belangrijk dat je eraan werkt. Anders kan er eenzaamheid ontstaan. Marian: „Dan vraag ik me wel af hoe dat komt. Want het werkt van twee kanten. Mensen ondernemen soms geen actie, om dat ze denken dat anderen het vast heel druk heb ben. Maar dan vullen ze het in voor een ander.” Er is nog een reden waarom werken aan contacten belangrijk is: als je als single ouder wordt, heb je geen generatie onder je. Er zijn geen kinderen die zorgtaken op zich kunnen nemen, als dat nodig wordt. Dan is het nodig dat er een netwerk is. Gezinnen zijn vaak bepalend in de contacten. Zo word je als single vaak geacht naar gezinnen toe te gaan, als er een afspraak is. „Dat is makkelijker dan wanneer gezinnen bij jou op bezoek komen.” Ook is de leefwereld van getrouwde vrienden en vriendinnen vaak sturend en bepalend. Omgekeerd – het inleven in singles – blijkt dat lastig. Jorike: „In de beleving van getrouwde vrienden verandert er in hun eigen leven veel, maar blijft mijn leven altijd een beetje hetzelfde. Ik werk al jaren op het kerkelijk bureau. Wat moeten ze daar nog over vragen?”
Vaak wordt er over kinderen gepraat. Marianne vindt het niet altijd leuk als dat volledig het gesprek bepaalt. „Ik vraag soms of we het over iets anders kunnen heb ben.”
DE PLEK DIE JE KRIJGT
Hoe kun je het beste meeleven met singles? Het is belangrijk dat er echte, oprechte belangstelling is, zegt Marianne. „Vraag eens door naar iemands hart. Hoe gaat het met het houden van stille tijd? ‘De huisgodsdienst, hoe doe jij dat?’ Wees niet vluchtig in contacten. In de periode na het overlijden van mijn moeder vroegen veel mensen aan me hoe het met mijn vader was. En dat is heel fijn. Maar slechts een enkeling vroeg ook: ‘En hoe is het met jou?’ Zelf moet je ook een nieuw ritme vinden en leren leven met de nieuwe werkelijkheid.” Marian herkent dat. „Als je als single je ouders verliest, ben je echt je ouderlijke huis kwijt. Dat is toch anders dan wanneer je nog je eigen ‘gezinshuis’ hebt. Dan ben je nog druk met je eigen gezin en de kinderen of kleinkinderen.” Bij dit alles is het belangrijk om hogerop te zien. Of je nu getrouwd bent of niet. Het is God Die mensen hun plek geeft. Lizette: „Dit is dan de plek die je krijgt. Het ene is niet meer dan het andere.” Die gedachte staat haaks op deze tijd, zegt ze. „We leven in een maatschappij waarin de maakbaarheid van het leven hoog in het vaandel staat. Maar dat is een utopie. Ook met betrekking tot relaties. Tegelijkertijd mag je weten dat het Gods zorgvuldige leiding is die ons geeft of juist onthoudt wat we willen. Dan mogen we – biddend om de leiding van de Heilige Geest en om wijsheid – de weg te gaan die God ons wijst. Met of zónder partner.”
‘Singles in de kerk’ is een werkgroep binnen de Gereformeerde
Gemeenten. De werkgroep wil singles toerusten om op hun
authentieke manier hun plaats in te nemen in de kerk. 14 maart
2026 D.V. is de volgende singlebijeenkomst.
Zelden op tweetal, gezien in kleine gemeentes:
PERSOONLIJK VERSLAG
Uit het onderzoek blijkt dat het merendeel het single-zijn niet als negatief ervaart, hoewel 15 procent er wel onder gebukt gaat. Velen van de singles voelen zich ook gezien en gewaardeerd in de gemeente. Opvallend is dat het in kleinere gemeentes hier mee beter gesteld is dan in grote. Wel ziet 85 procent van de singles duidelijk dat er in de kerk meer aandacht is voor gezinnen dan voor singles. Al constateren ze nuchter dat dit ook logisch is, aangezien er veel meer gezinnen zijn.
SINGLES NIET VAAK OP TWEETAL
Een kwart van de singles zou graag intensievere pastorale begeleiding willen. Maar niet iedereen waardeert het dat er twee kerkenraadsleden op bezoek komen. Mannen kijken daar over het algemeen wel positief tegenaan, maar vrouwen ervaren het weleens als intimiderend. Hen zou het kunnen helpen als een ouderling samen met diens echtgenote op bezoek kwam. Of als huisbezoek op neutraal terrein zou plaatsvinden. Overigens zijn er ook vrouwen die het juist fijn vinden als er een tweetal op de stoep staat. Dan blijft het gesprek makkelijk op gang en het voorkomt praatjes. Nog een opvallend feit: mannelijke belijdende leden die single zijn belanden maar zelden op dubbeltal. Eigenlijk merkwaardig in het licht van Paulus aanbevelingen in 1 Korinthe 7.